Thursday, October 18, 2007

Rode Khmer Tribunaal

In de vroege ochtend in het tropisch groene Noorden van Cambodja komen ongeveer 30 jongeren op hun brommertjes aan bij een leegstaand huis. Het huis doet vandaag dienst als workshop ruimte. De jongeren zijn gekomen om meer te leren over het Rode Khmer regime dat 28 jaar geleden ten einde is gekomen, en waarin naar schatting zo’n 2,5 miljoen Cambodjanen zijn omgekomen. Pol Pot, de voorman van de Rode Khmer, is inmiddels overleden, en een proces van verzoening of gerechtigheid is er eigenlijk nooit geweest. Daar lijkt nu verandering in te komen, met de komst van het Rode Khmer oorlogstribunaal.

Onder de meerderheid van de, voornamelijk rurale, bevolking van Cambodja bestaat nog steeds weinig duidelijkheid over de Rode Khmer periode. Op Cambodjaanse scholen wordt hierover geen onderwijs gegeven, omdat het nog steeds door velen gezien wordt als een politiek gevoelig onderwerp. En Cambodjanen houden zich het liefst zo ver mogelijk van politiek. De informatie die de meeste mensen hebben over deze zwarte jaren uit de Cambodjaanse geschiedenis komt dan ook voornamelijk voort uit individuele ervaringen, verhalen en interpretaties. Dit heeft ertoe geleid dat een groot aantal van de jongeren in Cambodja in ontkenning zijn over wat er tijdens deze periode is gebeurd; de verhalen zijn simpelweg te gruwelijk en te ongestructureerd om te kunnen geloven dat ze waar zijn...

Er zijn ook nog veel voormalige Rode Khmer die er nog steeds van overtuigd zijn dat de waarheid is verdraaid, wat verklaart waarom de Rode Khmer nadat ze waren verdreven in 1979 nog 13 jaar lang actief guerilla konden voeren vanuit de jungle en het platteland. Sommige kinderen van voormalig Rode Khmer leden verdedigen de daden van hun ouders, en er wordt gretig gebruik gemaakt van complot-theorieen, het liefst met Vietnamezen.

Dat een proces van verzoening lang op zich heeft laten wachten is duidelijk. De verwachtingen zijn hoogespannen van de rol die het tribunaal hierin zou kunnen spelen. Het Tribunaal, of ‘kort’weg de Extraordinary Chambers in the Court of Cambodia, is pas recentelijk op gang gekomen - aangezien sommige voormalig Rode Khmer leden nu belangrijke posities bekleden in de politiek en de overheid, lag het oprichten van een tribunaal altijd wat gevoelig.

Op dit moment is duidelijk dat er vijf verdachten zijn die zullen worden aangeklaagd. Daarvan zijn twee namen bekendgemaakt aan het publiek: Duch, de voormalig leider van de beruchte S-21 gevangenis in Phnom Penh zat al sinds 1999 in de gevangenis, zonder proces overigens. Ook Nuon Chea, ook wel bekend als ‘Brother Number 2’, of Pol Pot’s rechterhand, is recentelijk gearresteerd.

Het is moeilijk te begrijpen dat deze, nu dunne, oude en krakkemikkige mannen zich schuldig hebben gemaakt aan deze wandaden. Maar er is genoeg bewijs: in de gevangenis die Duch heeft geleid, nu het huidige genocide museum, hangen de duizenden portretten die hij heeft laten maken van alle gevangenen op moment van binnenkomst. Dat heeft een indrukwekkende erfenis opgeleverd van duizenden foto’s van mannen en vrouwen, soms met kind op schoot, soms glimlachend, soms paniekerig. Het besef dat slechts vijf van deze mensen de gevangenis hebben overleefd is overweldigend. Het prikkeldraad dat nu nog te zien is op de muren van het gebouw, moest voorkomen dat de gevangenen zich uit wanhoop uit het gebouw naar beneden stortten. De tot martelwerktuigen omgevormde sportapparaten van de voormalige school staan nog steeds op de plek waar ze het laatst zijn gebruikt.

Het tribunaal, afhankelijk van financiering, heeft drie jaar om de waarheid te achterhalen, waarvan er nu al bijna één voorbij is. Het tribunaal bestaat uit een internationaal en een Cambodjaans deel, en het ziet er op dit moment naar uit dat alleen het internationale deel op meer financiering kan rekenen. Een recent corruptie schandaal, met betrekking tot de selectie en beloning van het Cambodjaanse personeel, heeft ervoor gezorgd, naast wat andere schandalen, dat veel international donoren alleen nog geld in het internationale potje willen doen. Het Cambodjaanse gedeelte is nu voor een groor deel afhankelijk van financiering door de Cambodjaanse overheid, die nog steeds niet het toegezegde geld voor de eerste drie jaren beschikbaar heeft gemaakt. De komende tijd zullen de medewerkers van het tribunaal hard moeten werken om het vertrouwen terug te winnen.

Voor meer informatie kijk op www.eccc.gov.kh.

Friday, October 12, 2007

P'chum Ben

Cambodjanen hebben grote families – Ze krijgen niet alleen vaak veel kinderen, en hebben dus veel broertjes, zusjes, kleinkinderen, (achter-)neefjes, en nichtjes, maar de families zijn ook hecht ver voorbij het punt dat wij Nederlanders onze familieleden zelfs nog maar kennen. Tenminste, ik ken mijn achter-achter-neefjes en nichtjes toch echt niet zo heel goed...

En het houdt niet op bij de levenden, ook aan de doden wordt gedacht – in het bijzonder tijdens P’chum Ben, de dag van de voorouders. P’chum Ben was afgelopen donderdag, en dat betekende dat heel Phnom Penh eropuit trok, naar de provincies van hun (voor-)ouders. Ze lieten een verlaten, en bijna spookachtige stad achter – de straten waren leeg, en de winkels en restaurantjes waren dicht.

Omdat wij natuurlijk geen familie hebben in de provincie, waren we uitgenodigd om met Sreipol, onze Khmer lerares, mee te gaan naar haar familie in Kampong Speu. Zo kwam het dus dat we op de Vespa zijn gestapt, en na een paar uur hobbelen (en hopen dat onze scooter het niet zou begeven) zaten we tussen de rijstvelden. Sreipols ouders wonen in een typisch houten Khmerhuis op palen, op hetzelfde erf als twee van Sreipols acht broers en zusjes, inclusief gezin. Onder, en rondom het huis worden de koeien, kippen en varkens gehouden. Achter het huis liggen de felgroene rijstvelden, inclusief een paar mooie grote mango bomen.

Rondhangen met de familie

Twee dagen hebben we kunnen zien hoe de familie rijsttaartjes kneedden, het eten klaarmaakten, de dieren verzorgden, vuurwerk afstaken (erg hard-knallende rotjes, die wij ze notabene zelf hadden gegeven), een beetje rondhingen en speelden. De dagen beginnen vroeg op het platteland (om 3 uur s’nachts naar de pagoda), maar vooruit - je ligt dan ook weer om zeven uur in bed. Zonder electriciteit lukt dat ook wel, je ziet geen hand voor ogen.

Baden tussen de lotussenl

Tijdens (en de dagen vóór) P’chum Ben mogen de monniken niet om eten bedelen, zoals ze dat normaal elke ochtend doen. Dus iedereen brengt eten naar de pagoda, voor de monniken én voor de voorouders. Ook werden de ouderen en de kinderen volgestopt met geld en cadeautjes. De kleine blokfluitjes die we op de gok hadden meegenomen waren een groot succes, en maakte dat het geknal van het vuurwerk, geblaf van de honden, gegil van de kinderen, gekraai van de hanen, en geknor van de varkens nu werd afgewisseld met continu gefluit... Na twee dagen sprongen we weer op de brommer terug naar Phnom Penh, overladen met kilo’s rijst en rijsttaartjes die ons van alle kanten nog even werd toegestopt. We gingen terug met de buik vol rijst (inclusief varkensvel, en kippestrotjes), en met het hoofd vol met de gastvrijheid van deze lieve familie...

In de pagoda

Sunday, October 07, 2007

Goed uitkijken!

Het blijft een avontuur, de weg oversteken in Phnom Penh. Mensen met wat reiservaring in Azie zeggen dat het niets voorstelt – Jakarta, Manila, Ho Chi Minh – het is allemaal erger dan hier. Maar toch, brommers, héél veel brommers, met het verkeer mee, tegen het verkeer in... Vier mensen op een brommer, babietje voorop. Dikke auto’s die draaien en midden op de weg gaan stilstaan. Moto-dop (taxi) drivers die van links naar rechts zwieren op zoek naar klanten. Kippen, fietsen, matrassen, varkens, kroppen sla, manden opgestapeld op motos, tricycles en vrachtwagens; tot drie keer zo hoog als de bestuurder – maakt niet uit joh!



En dan de mensen die zeggen ‘dat er toch zo weinig ongelukken gebeuren, want iedereen is er toch aan gewend’... Tja... zoals te verwachten valt gebeuren er natuurlijk wél veel ongelukken. Volgens de National Road Safety Committee gaan er elke dag drie mensen dood in het verkeer in Cambodja. Zo’n maand geleden twee jongens, teveel gedronken, verongelukt op zo’n vijftig meter van ons huis. En twee weken geleden moest Bart een ambulance bellen voor een ongeluk op dezelfde plek. En al rondfietsend/brommerend, zie je het om je heen misgaan...


Maar niet gevreesd - Cambodia heeft sinds September dit jaar een nieuwe verkeerswet! De verwachtingen zijn hooggespannen – zou het wat uitmaken? Ik heb geprobeerd de wet te downloaden, en kwam erachter dat er verschillende versies op het Internet rond circuleren, die in grote lijnen hetzelfde zijn. Mijn favoriete versie begint met: ‘All vehicles múst have a driver!’. Heb ik wat gemist? Naast de gewone regels – rechterkant rijden, niet door rood, rijbewijs verplicht (mijn collega’s wisten niet eens dat zoiets bestond) – ook hele stukken over de regels rondom bushaltes (bushaltes...??!), en het oversteken van de trainrails (er rijdt in het hele land geloof ik één trein, afgezien van een bamboe-toeristen treintje in Battambang).

Het probleem zit hem natuurlijk niet in de inhoud van de wet, maar in de naleving ervan. Naar horen zeggen (gelukkig nog nooit zelf aangehouden!): De verkeerspolitie is behoorlijk corrupt, en stopt alleen mensen waar ze geld bij kunnen lospeuteren. Als je een boete krijgt, hoort daar een officieel bonnetje bij, maar het lijkt praktisch onmogelijk om er een te krijgen. De meeste mensen zijn dan ook bang dat het enige effect van deze wet is dat de politie meer mogelijkheden heeft hun zakken te vullen.

Maar er is ook hoop: Bij een stoplicht op een van de drukste wegen in Phnom Penh staan een jongen en een meisje met een mos-groen scouting pakje aan, rood vlaggetje in de hand, en zij manen het verkeer te stoppen vóór de gele streep. Eén gebaart een auto-bestuurder de gordel om te doen. Van verbazing volgt iedereen de aanwijzingen keurig op. De toekomst zit hem toch in de jongeren!

Thursday, October 04, 2007

Sarah, Angkor en 250 jongeren



Als je in Cambodja bent, is het bezoeken van de tempels van Angkor een vereiste – ze staan op de Cambodjaande vlag, en het complex is een grote, zo niet de enige bron van nationale trots. Een herinnering aan vervlogen tijden waarin de Khmer vooruit liepen op de rest van de regio, en misschien wel op de wereld, op cultureel, politiek en logistiek (i.e. irrigatie, bouwkunde etc.) vlak. Het feit dat wij er na negen maanden in Cambodja nog steeds niet waren geweest, wekte dan ook grote verbazing bij de meeste mensen... Maar vorige week was het dan zover: met 250 Cambodjaanse jongeren heb ik de steile trappen van Angkor Wat beklommen, en hónderden foto’s gemaakt – iedereen even op de foto voor de tempel; één foto alleen, en één foto met Sarah....

We waren met z’n allen in Siem Reap voor de jaarlijkse Peace Conference georganiseerd door Youth for Peace. Op 2 kilometer van Angkor Wat sliepen we in een groot schoolgebouw, op een houten plank, onder een dun dekentje, en 3.000 enorme en monsterlijke muggen per persoon. En toen kwam ik erachter... ik word oud... de tweede dag waren mijn ogen zo opgezwollen van gebrek aan slaap dat ik maar een zonnebril heb opgehouden...

De conferentie bestond uit speeches over allerlei sociale onderwerpen, afgewisseld met workshops over het schrijven van community newspapers, waarmee de jongeren werden gestimuleerd om hun eigen krantjes te maken, of artikelen aan te leveren voor bestaande kranten om informatie te verspreiden over problemen en oplossingen in hun eigen gemeenschappen. Ook was er een workshop over het maken van radio-programma’s (community radio), waarbij de jongeren leerden om bijvoorbeeld hoorspelen over sociale onderwerpen te maken en aan te leveren aan lokale radio-stations. Jullie kennen het vast nog wel – met geluidseffecten als krakende deuren, klakkende hakken, en waaiende wind... waar tussendoor onderwerpen als huiselijk geweld, drugs, of onderwijs aan de orde worden gesteld. Geinig!

Ook was daar Amanda om een art-workshop te doen met de jongeren – eindelijk eens iets anders: het afbeelden van de geeikte vredes/conflict symbolen waren taboe, zoals witte duiven, pistolen, regenbogen, Angok Wat en de Cambodjaanse vlag... meer over haar geweldige project op: www.peace-art-cambodia.blogspot.com.


Tijdens de conferentie hield ik me, met twee andere collega’s bezig met het publiceren van het dagelijkse conferentie-krantje, wat tegen een klein bedragje werd verkocht aan de jongeren. Vooral foto’s van in slaap gevallen vriendjes en vriendinnetjes waren een succes! Het betalen voor het krantje was niet zo’n succes, maar ach, dan maar gratis... Ook moest ik constant op mijn hoede zijn – als er een spreker uitvalt wil die nog wel eens onverwachts vervangen worden door mij, of als er een prijsje of een certificaat uitgereikt moet worden – dan hoor ik ineens mijn naam, een paar uitnodigende gebaren, en word ik het podium opgeduwd ...wat? ... wie heeft er gewonnen? En waarvoor dan...? Lachen voor de camera!

Iedereen vind het erg leuk, zo’n blanke dame als ik in hun midden, maar ook wel een beetje engig... Om naast mij (en/of Amanda) te gaan zitten vergt blijkbaar toch wel wat moed, en vaak werd er vooral veel gegiecheld. Al met al was ik na vijf dagen niet slapen, dansen, speechen, en proberen Khmer te verstaan tevreden, maar ook behoorlijk uitgeput...