Thursday, October 16, 2008

Persbericht: Appeal for Peace

Appeal for Peace

Of the Cambodian civil society groups on the armed clash between the Cambodian and Thai troops near Preah Vihear Temple

16 October 2008

We, members of Cambodian civil society groups, peace activists express our sadness about the break out of the armed clashes between the Cambodian and Thai soldiers on 15 October 2008 near Preah Vihear Temple.

We would like to express our deepest condolences to the soldiers who died/wounded and their families.

We applaud the latest pledge and decision of both governments to come back to resort peaceful means- negotiation table.

We appeal to both governments to take concrete steps to end the armed conflicts; and ask for a third party to help resolving the conflict.

We call for the media of both countries to take an active role in contributing to peaceful solutions.

For more information:

  1. Ms. Prak Sokhany, member of the Working Group on Peace, 012 940 851
  2. Mr. Cheang Sokha, Executive Director, Youth Resource Development Program, 012 360 464
  3. Ms. Chan Sona, Executive Director of Women Peace Makers, 012 568 479

Praktische noot: Landnummer Cambodja is +855

Recent geweld bij Preah Vihear

Sinds Juli zijn er militaire spanningen op de grens tussen Cambodja en Thailand. Het middelpunt is de historische tempel Preah Vihear. De tempel is in 1962 door het Internationale Gerechtshof in Den Haag toegewezen aan Cambodja, maar Thailand is altijd aanspraak blijven maken op de tempel. Het gebied rond de tempel is nooit helemaal afgebakend en dus betwist gebied tussen Thailand en Cambodja gebleven.

Het geheel escaleerde toen in Juli de tempel op Cambodja’s verzoek op de werelderfgoed lijst werd geplaatst, ondanks de aanspraken van Thailand op de tempel. Thailand heeft altijd gepleit voor een gezamelijke indiening bij UNESCO, hoewel Cambodja’s aanvraag gesteund werd door de toenmalige Thaise regering. In de Thaise onrust die volgde op de werelderfgoed lijst plaatsing is de Thaise minister van Buitenlandse zaken afgetreden en ligt de huidige regering in Thailand onder vuur.

Sinds Juli zijn er continu troepen in het gebied rond de tempel aanwezig geweest, soms werden de troepen afgebouwd, soms opgebouwd, maar de spanning aan de grens bleef ondanks gesprekken tussen de beide landen bestaan.

De sfeer aan de grens leek ondanks al die jonge militairen met geweren zo dicht bij elkaar redelijk rustig. Er waren wat incidenten, zoals een dronken Thaise soldaat die te ver de grens over zwalkte. En er zijn vorige week twee Thaise soldaten op een mijn gestapt. De Thai beweren dat de mijnen daar recentelijk zijn neergelegd door de Cambodjanen. De Cambodjanen beweren dat die mijnen daar al lagen. Vorig week werd er ineens wat aan de grens heen en weer geschoten en waren er enkele soldaten gewond, maar geheel was met een sisser afgelopen.

Deze week kwam harde taal vanuit de politiek. Dinsdag gaf de Cambodjaanse president een ultimatum met betrekking tot ongeveer 80 Thaise troepen die op betwist gebied bivakkeerden. Als de troepen zich niet binnen 24 uur zouden terugtrekken, zouden de Cambodjaanse troepen het gebied in een ‘zone des doods’ veranderen. “Wij zien dat gebied ook als ons land. Wat zou het betekenen als we zouden terugtrekken?,” zei daarop de Thaise minister van Buitenlandse Zaken.

Gisteren werd in de Cambodjaanse media gezegd dat de Thaise troepen zich toch hadden teruggetrokken, ondanks officiele ontkenningen uit Thailand. Maar rond een uur of 4 bereikte ons het bericht dat ze aan de grens aan het vechten waren. Toen kwamen ook de geruchten: 2 doden, 4 doden, 25 doden, 50 Thaise soldaten gevangen, het vechten was nog bezig, het vechten was gestopt...

Hoe kom je dan aan betrouwbare informatie? De Cambodjaanse televisie liet niets zien; niet dat we dat echt hadden kunnen volgen, of dat die onder de noemer betrouwbaar valt. We hebben toen maar een radio gekocht, maar daar werden we ook niet echt wijzer van. Opvallend dat de meest betrouwbare nieuwsbron, zelfs als je ín Cambodja zit, de BBC world en CNN blijken te zijn. Twee Cambodjanen omgekomen en vier Thai zijn nu de laatste berichten. Het vechten heeft ongeveer één uur geduurd en niemand weet wie er is begonnen met schieten.

Maar het vechten is in ieder geval gelukkig weer gestopt en de legerleidingen zijn met elkaar aan het praten. De geruchten draaien echter nog op volle toeren: De Cambodjaanse president zou zijn privé leger naar het gebied hebben gestuurd, tanks en al. En aan Thaise zijde zouden ze ook aan het bewapenen zijn. Veel Cambodjanen die ik spreek hebben vertrouwen in hun leger, ondanks dat ze veel minder goed bewapend zijn en minder goed getraind dan de Thai. Argument voor dit vertrouwen: “De Rode Khmer heeft veel ervaring met het vechten in dat gebied. En die weten hoe de Thai vechten”. Was de Rode Khmer ineens toch nog ergens goed voor...

Inmiddels gaat een paar honderd kilometer verderop, in Phnom Penh, het leven gewoon door. Afgezien van de geruchten en het gepraat merken we er hier eigenlijk weinig van. De Thaise ambassade wordt wel wat beter bewaakt en Thai wordt ontraden onnodig naar Cambodja te reizen. Dit heeft te maken met onrusten in 2003, toen voor iets veel minder belangrijks de Thaise ambassade en Thaise bedrijfjes werden aangevallen en afgebrand. Thailand als machtige buur is niet erg geliefd bij de Cambodjanen. Thailand heeft vliegtuigen paraat staan om Thai te evacueren mocht het weer zover komen.

De Britse ambassade, die onze belangen behartigt omdat er in Cambodja geen Nederlandse ambassade is, heeft afgeraden om te reizen naar het grensgebied, maar de rest van Cambodja is geen probleem.

Vandaag vroeg een Cambodjaanse collega ineens aan mij of ik al een ticket naar huis had geboekt vanwege het conflict. Niet dus, en geen zorgen!

Monday, October 13, 2008

Internationale jongeren bezoeken Cambodja’s verleden en heden

Na jaren van geweld en burgeroorlog zoekt Cambodja nu naar manieren om met het verleden om te gaan. Er is het Rode Khmer tribunaal, waarin vijf kopstukken van het toenmalige regime terechtstaan. Maar er is méér nodig. Zeven jongeren-vertegenwoordigers uit Rwanda, Peru en Guatemala reisden in September en Oktober door Cambodja om te leren van wat Cambodja doet met haar verleden. Aan het einde van de reis deden zij aanbevelingen vanuit hun eigen ervaringen met verzoening, herdenking en gerechtigheid.

De reis startte met een 6-daagse conferentie, waarin 350 jongeren vanuit de hele wereld samenkwamen in Siem Reap, thuisplaats van de beroemde Angkor tempels. Op 21 September, Internationale dag van de vrede, liepen de jongeren met anderen uit landen als Laos, Thailand, Filipijnen, Nepal, Myanmar en natuurlijk Cambodja in een vredesmars door Siem Reap. Een uitzonderlijke gebeurtenis voor Cambodja, waar de overheid dit soort tochten vaak verbiedt.

Sarah tijdens de conferentie

Gedurende een reis van drie weken die volgde bezochten de zeven internationale jongeren verschillende organisaties die werken aan verzoening en herdenking in Cambodja. Er worden volgens hen vele activiteiten ondernomen in Cambodja om de jongere generaties te laten leren over wat er in het verleden is gebeurd.

“Maar er zijn ook veel dingen die nog kunnen worden verbeterd,” aldus Maurice Mugabowagahunde uit Rwanda op een persconferentie afgelopen zaterdag. “Toen wij met [Cambodjaanse] jongeren praatten, ontdekten we dat er geen boeken over de Rode Khmer periode beschikbaar voor hen zijn. De leraren hier zeggen dat er maar weinig over de Rode Khmer periode in het school curriculum is opgenomen,” voegt hij hieraan toe.

“We moeten ervoor zorgen dat de geschiedenis van de Rode Khmer in het curriculum wordt opgenomen, zodat de geschiedenis zich niet kan herhalen”, stelt Daniel Roca Sulca, een van de jongeren-vertegenwoordigers uit Peru.

Ook wezen de internationale jongeren op het belang van het creeeren van monumenten en plekken van herdenking in Cambodja. Het herdenken van doden en voorvaderen is een belangrijk deel van de Cambodjaanse cultuur. De vele anonieme massagraven uit de Rode Khmer periode maken het vaak onmogelijk voor families om de overblijfselen van hun voorvaderen op traditionele wijze te eren. Publieke plekken van herdenking van de slachtoffers zouden in beperkte mate in deze behoefte kunnen voldoen.

Cambodja kent enkele Stupa’s, of traditionele Buddhistische monumenten, die zijn gebouwd om de slachtoffers van het Rode Khmer regime te herdenken. Maar volgens de internationale jongeren kan er méér worden gedaan op dit gebied

“In Rwanda gebruiken we voor het onderwijzen van jonge mensen herdenkingsmuseums, we hebben deze museums over het hele land. De entree is gratis en we nodigen studenten uit om de exposities te komen bekijken en om het verleden te zien en te bezoeken,” zegt Mugabowagahunde. “Ik zie dat [in Cambodja] deze herdenkingsmuseums zouden kunnen helpen, omdat veel jonge mensen niet geloven wat er is gebeurd.”

Mugabowagahunde stelt verder dat het belangrijk is om herdenkingsplekken als de beruchte Killing Fields en het Toul Sleng genocide museum te behouden.

Andreas Selmeci, coordinator van de DED, de dienst voor Duitse ontwikkelingssamenwerking die de reis van de internationale jongeren heeft gefinancierd, hoopt op een wijze beslissing van het tribunaal wat betreft herstelbetalingen aan de slachtoffers. “Er zullen beslist geen individuele herstelbetalingen zijn, zoals bijvoorbeeld het geval is in Peru. Maar volgens de regels van de ECCC [tribunaal] hebben de civiele partijen in het tribunaal het recht om collectieve morele herstelbetalingen te vragen”, aldus Selmeci.

Deze reis van de internationale jongeren is een goede manier voor Cambodja om te leren van ervaringen uit andere landen, stellen de deelnemers van de reis. “Het is een manier [voor Cambodjanen] om de wereld te begrijpen en te werken aan vrede. Het vertellen en het leren over wat er is gebeurd tijdens de genocide is een mogelijkheid om te werken aan de toekomst”, zegt Filiberto Celada Alejos, vertegenwoordiger uit Guatemala.

Ook de organisatoren, de Cambodjaanse organisatie Youth for Peace, waren erg te spreken over het verloop van de reis. “Ik denk dat het erg belangrijk is dat zij uit de verschillende landen zijn gekomen waar ze geweld hebben meegemaakt, om hun ervaringen uit het verleden te delen met het publiek en de wereld”, stelt Chhit Muny, programma manager van Youth for Peace. “We hebben dingen ontdekt die we zouden moeten doen gerelateerd aan herstelbetalingen, verzoening, plekken van herdenking en herdenkings museums in de gemeenschappen.

Friday, October 03, 2008

Seas for our future

Het begint langzaam grote vruchten af te werpen. De meesten van jullie hebben wel al gehoord dat ik naast de dagelijkse WWF activiteiten samen met een tweetal vrienden een marine conservatie project ben gestart. En dat loopt goed en onverwacht erg snel en veel aandacht; van project tot duik-centrum dat per november zal starten en zich 100% richt op Marine Conservation in Cambodja. De website is nu ook online: http://www.marineconservationcambodia.org

Een goed milieu, begint bij jezelf. :)

Pchum Ben drukte

We zijn weer terug van Ratanakiri province waar we voor Pchum Ben, belangrijke Buddhistische feestdagen, geweest zijn. Ratanakiri, een noordelijke provincie van Cambodja, staat bekend om haar jungle en ongerepte natuur - olifanten!

Zaterdag ochtend om half zeven in een busje gestapt in Phnom Penh, dat ons in een rit van ongeveer 8 uur naar Ratanakiri zou brengen. Aldus de theorie. Om 11 uur 's s ochtends stonden we nog in de stad. Het hele verkeer zat vast - de bouwvak is er niets bij! Omdat de meeste Cambodjanen met Pchum Ben naar hun 'homeland' vertrekken, de provincie waar ze zijn opgegroeid, was ongeveer elke auto in Cambodja onderweg. Maar positieve gedachten, muziekje op, slaapje doen, en drie uur later waren we de stad uit.

Beetje druk op de weg...

Na een tijdje op de overharde hobbel-de-bobbel en glibber-en-glij weg gereden te hebben hield de bus ermee op. Daar sta je dan op een jungleweg in het donker zonder telefoonbereik... Gelukkig nam een passerende mini-bus ons mee - de redder in nood! Maar na tien minuten liep onze redder vast: 'Even koelen', zei de chauffeur. En dat zei hij elke 10 minuten. Zo zijn we uiteindelijk na 19 uur midden in de nacht Ratanakiri binnengereden.

Volgende ochtend ruilden we het enige hotel uit de Lonely Planet dat zo laat nog de telefoon opnam (uhm... 'Bart, het ruikt hier raar!' en 'Volgens de Lonely Planet hebben ze hier warm water...' - tegen een druppend beschimmeld kraantje) in voor een vreemd Zweeds-achtig jungle-chaletje mét sauna (da's namelijk zo lekker in de tropen ;-)) op loopafstand van een prachtig krater meer!

Joepie, kratermeer!!

Frisse lucht, stilte... 'Bart, er gaat een brand-alarm af!'. 'Nee liefje, dat is een torretje.' Ach, de natuur...

Volgende dag wilden we met een 250 cc dirtbike gaan toeren. Er bleek ergens een stuwmeer te zijn met een prachtig uitzicht, en wat is beter op modderige wegen dan een dirtbike, nietwaar? De dirt bleek echter natte klei te zijn... je raadt het al - slipperdeflip, daar lagen we al. En daar lagen we nóg een keer. Hilariteit alom natuurlijk van passerende Cambodjanen, die zich op hun gewone brommertjes overigens prima kunnen redden op die klei. En dat zegt wat, want Pchum Ben kent een aantal ceremonies, en één daarvan is heel veel biertjes, en in Ratanakiri exceptioneel sterke rijstwijn drinken. Dus we keken elkaar nog maar eens aan, en zijn toen weer heel snel omgedraaid.

Glibberige kleiwegen


De volgende dag hebben we een tocht gemaakt door een community forest, met een lokale ranger. In dat gebied wonen veel inheemse volkeren, met hun eigen gebruiken, taal en kleding, en leven in harmonie met de natuur. In dit gebied, waar de 'Kreung' wonen, dragen ze bijvoorbeeld mandjes op de rug, en dragen vrouwen traditioneel geen bovenstukje - dat is gek om te zien in een land dat in andere gebieden zo vreselijk preuts is!

In Ratanakiri, net zoals in andere provincies met veel natuurlijke bronnen hebben inheemse groepen veel te lijden onder bedrijven en overheid die achter hun land aanzitten voor bomenkap of mijnbouw. En omdat ze vaak geen eigendomspapieren hebben, hun rechten niet kennen, of te goed van vertrouwen zijn, raken velen hun land kwijt. De community forest waar wij doorheen trokken is een van de manieren om het land van deze groepen te beschermen. Zij kunnen daar leven en landbouw bedrijven, zolang ze geen dingen doen die het bos op een niet-duurzame manier beschadigen. En als buitenstaanders het bos in willen moeten die toestemming vragen en toegangsgeld betalen.

De tocht door de jungle was vreselijk mooi, over omgevallen bomen, door beekjes, bamboe en lianen wegduwend... Afgezien van een enorme spin (Bart: 'Ooooo, da's een mooie!') niet zoveel dieren gezien. Wel een schattig eekhoorntje wat door een van de honden van onze ranger was gevangen. Gelukkig maar, ongedeerd gered uit de kaken van de hond, kroelekroelekroele, wat scháttig, nu kan 'ie weer het bos in! Leven in harmonie met de natuur klinkt zo romantisch hé... betekent echter ook dat onze ranger toen het eekhoontje in zijn broekzak stopte, mmmmmm lekker, voor vanavond. Gelukkig was de overlevingsdrang van knabbel groot en halverwege de tocht keek de ranger even teleurgesteld om zich heen, terwijl op zijn lege broekzak kloppend. Tja.

Ren, Babbel! Ren!

Na drie dagen was het tijd de natuur te verlaten en stapten we weer op de bus. Wat heerlijk, de bus reed lekker door, geen enge rammelende geluidjes, het gaat voorspoedig! Althans, zo ging dat tot ongeveer 10 kilometer voor Phnom Penh. Toen zat de weg weer pottdicht met alle auto's die nu Phnom Penh weer inwilden. En als zelfs Cambodjanen uitstappen om te gaan lopen... Dus rugzakken gepakt, een paar knollen gekocht voor onderweg en lopen dan maar. Na een uur lopen kwamen we een motodop tegen die ons behendig door de file naar Phnom Penh heeft geleid. Tijdens Pchum Ben hebben we frisse lucht én beweging gehad; wat wil je nog meer!